De werkdag van Lida van Loon

In ‘De werkdag van …’ vertelt een medisch secretaresse of een secretaresse in de zorg over zijn of haar werkdag. Dit keer kijken we mee over de schouder van Lida van Loon. Lida is ‘verpleegkundige in de wijk’ bij Vivium Thuiszorg in Huizen. Vanwege COVID-19 mag Lida om gezondheidsredenen de wijk niet in. Nu ondersteunt ze het team met uiteenlopende werkzaamheden op kantoor. Nieuw zijn die werkzaamheden niet voor haar. Haar team is ‘zelfsturend’, wat inhoudt dat ook het administratieve werk bij de verpleegkundige taken hoort. Veel daarvan neemt Lida nu voor haar rekening. Wat dat inhoudt? Lees haar verslag van een willekeurige werkdag.

Tekst Ellen Smink

Wie is Lida van Loon?
Lida van Loon is 60 jaar. Ze is 41 jaar getrouwd en heeft samen met haar man drie dochters en zes kleinkinderen. “Ik geniet ontzettend van de kleinkinderen, al is het nu op afstand. Ze weten dat ze niet bij oma kunnen komen. En ja, dat is even naar, maar het is niet anders. Ik werk al 20 jaar met veel plezier als verpleegkundige in de wijk. Dat ik voorlopig de wijk niet in kan, heeft met mijn gezondheid en de richtlijnen van het RIVM te maken. Als iemand fysiek de wijk niet in kan, geeft dat natuurlijk druk op het team. Ik ben daarom ontzettend blij dat Vivium mij de gelegenheid biedt om mijn team nu op kantoor te ondersteunen. Normaal heb ik flexibele werktijden. Nu werk ik vijf ochtenden vast per week van 7.45 tot 12.15 uur, al kan dat soms uitlopen. Ik merk dat ik ook nu van waarde ben voor de organisatie. Voor mij is dat belangrijk. Ik moet me wel nuttig voelen. Toch is het, als je altijd op de werkvloer hebt gestaan, heel gek om een hele ochtend op kantoor te zitten. Dat gaf in het begin veel onrust.”En naast haar werk? “Ik heb een heel rijk, sociaal leven. Ja, ik ben gewoon een rijk mens!”

Zelfsturend team
“Het werk dat ik nu doe, is niet iets totaal anders dan wat ik altijd al doe. We zijn, zoals ze dat noemen, een ‘zelfsturend team’. Dat betekent dat we niet alleen actief in de wijk zijn, maar ook alle administratie doen die daarmee te maken heeft. De verpleegkundigen in de wijk (niveau 4, red) en de wijkverpleegkundigen (niveau 5, red.) van tegenwoordig staan echt niet alleen maar aan het bed. Voor een groot deel staan ze er gewoon naast, om aansturing te geven en het geheel soepel te laten verlopen. Normaal gesproken gaan we ’s morgens de wijk in en zitten we ’s middags op kantoor om de administratieve handelingen te doen, zoals nieuwe cliënten inschrijven, de geldstromen in de gaten houden, kijken of er voor bepaalde zorg budget bij de zorgverzekeraar is, mails beantwoorden, enzovoort. Die gecombineerde taak doen we al heel lang.”

Willekeurige werkdag
“Het was in het begin even zoeken wat ik kon doen om het team te ondersteunen. Voor de corona-maatregel startten wij ‘s morgens op kantoor en werd er overgedragen. Vanwege corona mochten wij niet meer als team tegelijk op kantoor komen. Daar lag een taak voor mij. Nu ben ik elke ochtend om 7.45 uur op kantoor. Dan bel ik mijn collega’s die de wijk in gaan om door te nemen of er nog bijzonderheden zijn die ik kan oppakken. Daarna begin ik met de planning voor de dagen daarna. Elke dag hebben we een ander soort planning met andere medewerkers en andere cliënten. Vervolgens check ik de mail en kijk waarop actie ondernomen moet worden. Daarna pak ik de rapportages van de vorige dag op om door te nemen wat hiervoor nog gedaan moet worden. Soms moet de apotheek worden gebeld over een medicatie, een andere keer de huisarts, omdat het met mevrouw of meneer niet lekker gaat. Nu mijn collega’s weten dat ik op kantoor zit, krijg ik steeds meer toegeschoven. Daardoor schiet de ochtend lekker snel op.”

Beeldbellen met 80-plussers
“Naast de administratieve werkzaamheden beeldbel ik met cliënten. Door de corona-maatregelen zijn we gaan afschalen. Bij cliënten die normaal gesproken twee tot drie, of misschien wel vijf keer in de week zorg kregen, komen we nu uit veiligheidsoverwegingen één tot twee keer per week. We houden wel de helicopterview maar voor een deel moet de zorg door iemand anders gedaan worden. Wel hebben we dagelijks contact met die cliënten. Daarvoor hebben we
beeldbellen opgezet. Sommige cliënten zijn 80-plus. Voor hen was beeldbellen abracadabra. Toch hebben ze nu allemaal een IPad in huis en heeft onze ICT overal voor verbinding gezorgd. Het loopt steeds beter. Zo goed zelfs, dat cliënten die weten dat ik op kantoor zit, nu zelf hier naar toe bellen en via beeld vragen aan me te stellen. Beeldbellen is dus echt een grote meerwaarde geworden.
Ik probeer mijn ochtenden zo te verdelen dat ik de eerste twee uur administratieve taken doe en de laatste twee uur ga beeldbellen. Tussendoor maak ik het kantoor schoon, want dat moet in deze tijd extra gebeuren. En ondertussen neem ik de telefoon aan. Ook daarmee ontlast ik het team. Normaal neemt een van ons ‘s ochtends de algemene telefoon mee. Dat is best een belasting want het betekent dat je in je werk steeds wordt gestoord. Nu ligt die telefoon bij mij op kantoor en dat geeft rust.”

De toekomst
Net als heel de wereld kan ook Lida niet voorspellen hoe de corona-pandemie zal uitpakken.
“Ik mis de wijk ontzettend. Aan de ene kant wil ik dolgraag weer de wijk in. Aan de andere kant is er de twijfel of het wel op een veilige manier kan. Als team weten wij hoe de regelgeving is. Als je verkouden bent en een loopneus hebt, mag je niet werken. Maar wat doet de familie van de cliënt? Je ziet ook dat mensen weer meer bezoek ontvangen. Dat is allemaal heel logisch. Ze willen uit hun sociale isolement en verbreding van hun sociale leven. Gingen ze in het begin van de epidemie nog één keer in de week ’s ochtends om acht uur boodschappen doen omdat het dan zo lekker rustig was, nu gaan ze rustig drie keer per week om elf uur boodschappen doen omdat er dan een beetje reuring is. Het blijft dus voor mij een lastige afweging. Wat is wijsheid? Het punt is: ik weet het niet.”