De werkdag van… Petra Blok-Kalteren

30-08-2018 – In ‘De werkdag van…’ vertelt een secretaresse in de zorg over haar werkdag. Dit keer kijken we mee over de schouder van Petra Blok-Kalteren. Petra is medisch secretaresse op de afdeling Algemene Chirurgie van ziekenhuis Rijnstate in Arnhem. Ze werkt vijf dagen per week van 7.00 tot 14.00 uur. Haar werkplek is op de afdeling zelf, bij de teampost. Dat betekent wel dat er dagelijks heel wat prikkels op haar afkomen. Petra zit er niet mee. “Ik vind het leuk om het knetterdruk te hebben”, zegt ze stellig. Hoe dat allemaal in de praktijk gaat, vertelt ze in deze aflevering van De werkdag van…

Door Ellen Smink

Wie is Petra?
Petra Blok-Kalteren is 56 jaar, getrouwd, moeder van vier volwassen dochters en oma van vijf kleinkinderen. “Mijn man en ik zijn 36 jaar getrouwd en in die jaren zijn we 14 keer verhuisd. We wonen nu in Arnhem maar hebben onder andere ook in Mozambique en het Caribisch gebied gewoond. Dat vele verhuizen had te maken met het werk van mijn man. Hij zag steeds weer kansen om andere dingen te gaan doen en wij pakten heel makkelijk de boel weer op om te verhuizen.” Na al die omzwervingen streek het gezin in Arnhem neer en vond Petra het, toen de kinderen groter werden, tijd voor een eigen carrière. “Ik heb de PABO gedaan en ben van oorsprong onderwijzeres. Ik heb weleens op scholen ingevallen, maar lesgeven was toch niet echt mijn ding. In die tijd kwam ik toevallig in aanraking met iemand die in het ziekenhuis werkte. Die vroeg me of ik in Rijnstate op de poli Reumatologie wilde werken. Dat was in 2000. Het beviel me zo goed dat ik niet meer uit het ziekenhuis ben weggegaan, op een uitstapje van een jaar naar het Radboud ziekenhuis na. Voor ik zeven jaar geleden op de afdeling Algemene Chirurgie startte, heb ik in Rijnstate op verschillende poli’s en afdelingen gewerkt, waaronder de O.K., pathologie, gynaecologie en urologie. Daardoor heb ik een scala aan ervaring gekregen wat me hier op de afdeling goed van pas komt. Ik ken alle terminologieën en kan er over meepraten. De verpleegkundigen zeggen weleens: ‘jij weet soms meer dan wij’. Dat is leuk om te horen.”

Een willekeurige werkdag
Net zoals bij de eerdere secretaresses in ‘De werkdag van…’ is ook bij Petra geen werkdag hetzelfde. Daarom hierbij haar verslag van een willekeurig gekozen werkdag.

Vroege start
“Ik begin elke ochtend om 7 uur. Mijn werkplek is echt op de afdeling, tussen de verpleging in de buurt van de teampost. Onze verdieping kent vier verpleegvleugels met daarin Algemene chirurgie, Vaatchirurgie, Buikchirurgie en een afdeling voor obesitas-patiënten die een maagverkleining krijgen. Op elke vleugel werkt een secretaresse, net als ik, op de afdeling. Dat je als medisch secretaresse op de afdeling zelf werkt, gebeurt niet heel vaak. Destijds kregen we een soort pioniersplek in het ziekenhuis. We mochten onze baan min of meer zelf vormgeven. Elke afdeling heeft haar eigenheid, maar de basis is hetzelfde. Van begin af aan heb ik werk naar me toe getrokken. Ik zit hier om de verpleegkundigen en artsen te ontlasten, dus: kom maar op met dat werk, ik regel het wel.”

8.00 uur teambespreking met artsen en verpleegkundigen
“Tussen 7.00 en 8.00 uur bereid ik de visites van de artsen voor. Elke ochtend is er wel een verrassing van patiënten die toch naar huis zijn gegaan en nieuwe patiënten die er zijn bijgekomen. Van de nieuwe patiënten lees ik alle informatie snel in. Ik zorg dat de verpleegmapjes in orde zijn en check nog even of er voor iedereen een polsbandje is. Om acht uur komen de chirurgen binnen om visite te gaan lopen. Ik zit als secretaresse bij de teambespreking tussen artsen en verpleegkundigen die aan het bedbezoek vooraf gaat. Dat is eigenlijk niet gebruikelijk. Meestal is het zo dat de verpleging dingen overdraagt aan de secretaresse en aangeeft wat zij moet doen. Ik zit er dus bij als de artsen alle patiënten met de verpleegkundigen doorspreken. Daardoor weet ik direct wat er met de mensen aan de hand is en wat ik er voor moet doen. Ik houd onder andere in de gaten wanneer patiënten die op een bepaalde manier gevoed worden, door het lab geprikt moeten worden en zorg ervoor dat bijvoorbeeld de heraanmelding voor trombosedienst geregeld wordt. Ik bereid ook de opnames voor van mensen die naar de operatie gaan. Daarbij bereid ik alles voor, zodat de arts precies weet welke consulten hij nog moet aanvragen en dat het lab geprikt wordt. Ook houd ik bij of er een internist, diëtist, geriater of welke specialist dan ook bij een patiënt moet komen, of dat er nog recepten geregeld moeten worden voor patiënten die naar huis gaan.”

Alles uitwerken terwijl de telefoon roodgloeiend staat
“Na de teambespreking gaan de artsen samen met de verpleging langs de bedden en werk ik alles uit wat in de voorbespreking is besproken. Ondertussen gaat hier tig keer de telefoon. Ik heb er twee die – heel leuk – vaak allebei tegelijk rinkelen.
Ook de verpleegkundigen komen elke keer dingen aan mij vragen. De ene keer of ik iets wil bestellen, de andere keer of ik iets wil aanvragen, of wat dan ook. Je kunt het zo gek niet benoemen of het wordt wel eens gevraagd. Ik ben echt een spin in het web.”

Koffietijd!
“Als ik lekker kan doorwerken en er niet al teveel gedoe is, ben ik tegen 10.30-10.45 uur klaar met het uitwerken van alles wat besproken is. Dan is het tijd voor koffie. Ik ga dan even van de afdeling af. Je hebt zoveel prikkels om je heen en er is zoveel lawaai van alle kanten, plus de telefoon die steeds gaat, dat je er dan echt even uit moet. “

Voorbereiden opnames
“Eenmaal terug van de koffie begin ik met de voorbereiding van de opnames voor de volgende dag. Ik kijk wie er waar moet liggen en onderhandel met de opnameplanning, die regelmatig belt of ik nog plek heb voor iemand die van de spoedeisende afdeling komt. Het blijft iedere keer weer puzzelen om te zorgen dat iedereen een mooie plek heeft en het allemaal een beetje past.
Van alle nieuwe patiënten maak ik mapjes. Daar zet ik ook op als er iets bijzonders aan de hand is en wat er nog aan voorbereiding en onderzoeken nodig is. Ik bereid alles zo voor dat de verpleegkundigen het de volgende dag meteen kunnen oppakken.”

Extra taken in de middag
“Inmiddels is het lunchtijd en ga ik een halfuurtje eten. Daarna werk ik door tot 14.00 uur. Ik werk 6,5 uur per dag en moet al het werk wel in die uren zien te proppen. In de middag ga ik aan de slag met extra taken, zoals een enquête uitwerken. Er zijn ook allerlei dingen die je bij moet houden. Zo bellen we de patiënten na een aantal dagen op en de gegevens die daaruit komen moet ik weer in het digitaal systeem verwerken. Soms is het zo druk dat je niet voor half drie of kwart voor drie weg kan. Ik probeer na te streven dat ik wel op tijd weg kan. Morgen is er weer een dag. Je kunt hier elke dag wel blijven zitten tot 18 uur, want het gaat altijd door. Op een gegeven moment moet je zeggen: nu is het klaar. Dan ga ik naar huis.”

Vrolijke natte dweil
“Om dit werk te kunnen doen, moet je tegen behoorlijke stress kunnen, heel snel kunnen schakelen en het leuk vinden om te organiseren. Ik ben er goed in om een ander zijn werk te kunnen laten doen. Ik zorg ervoor dat de verpleegkundigen goed kunnen werken. Ik zorg ervoor dat de arts allerhande briefjes heeft, zodat hij over dat administratieve gedeelte niet meer hoeft na te denken. Ik zorg dat alle poli-afspraken al in de mapjes zitten nog voordat de dokter dat gevraagd heeft. Daar zit mijn kracht.
Ik ga elke dag met veel plezier naar mijn werk. Ik vind het ook leuk om in een omgeving vol prikkels te zitten en om het knetterdruk te hebben. Voor mij kan het niet druk genoeg worden. Ook al voel ik me ’s avonds een uitgeknepen dweil, dan nog zeg ik dat ik heerlijk heb gewerkt.”