De werkdag van Daniëlla en Yvonne

Daniëlla Verhoeven en Yvonne Opgelder verruilden het bedrijfsleven voor de zorg

In ‘De werkdag van …’ vertelt een medisch secretaresse of een secretaresse in de zorg over zijn of haar werkdag. Dit keer spraken we met Daniëlla Verhoeven en Yvonne Opgelder. Ruim 20 jaar werkten ze in een duobaan op het directiesecretariaat van Nationale Nederlanden in Ede. Vijf jaar geleden maakte Yvonne de overstap naar zorgorganisatie Vilente waar ze werkzaam is als managementsecretaresse. In 2020 wisselde ook Daniëlla de zakenwereld in voor een baan in de zorg. Sindsdien werkt ze als directiesecretaresse op het hoofdkantoor van Blinkers Thuiszorg in Amersfoort.

Tekst Ellen Smink

Wie zijn Daniëlla en Yvonne?
Yvonne (59): “In september ben ik 25 jaar getrouwd. We hebben twee dochters van 23 en 19. De oudste heeft onlangs samen met haar vriend een appartement gekocht waar ze volgend jaar naartoe verhuist. De jongste heeft net examen gedaan en gaat over twee maanden in Utrecht werken. En, ook niet onbelangrijk, we hebben twee poezen thuis.”
Daniëlla (56): “Ik heb sinds vier jaar een latrelatie met Gert. Ik heb twee zoons van 24 en 22 jaar. De oudste woont inmiddels op zichzelf, en is bezig met afstuderen. De jongste pakt na een tussenjaar, in september zijn studie weer op. Gert heeft twee dochters die even oud zijn als mijn zoons. Het leuke is dat alle vier onze kinderen psychologie of sociologie studeren. Yvonne en ik zijn al jaren vriendinnen. Ik was getuige op haar huwelijk. Ik kwam daar met een hele dikke buik, want precies op haar trouwdag was ik uitgerekend om te bevallen van onze oudste zoon. Uiteindelijk duurde het nog twee weken voordat hij werd geboren.”

Samen een duobaan
Daniella: “Toen we in 1995 bij Nationale Nederlanden kwamen werken, moesten we het hele directiesecretariaat nog op poten zetten. We werden echt in het diepe gegooid. Vanaf het eerste moment was er een click tussen Yvonne en mij. Naast het werk voor de directie hebben we voor allerlei disciplines gewerkt. Eerst beiden fulltime en daarna altijd in een duobaan, wat voor die tijd heel bijzonder was. We werkten allebei drie dagen. Eén dag per week werkten we samen. Die dag gebruikten we voor overleg en overdracht. Dat laatste ging niet eens zozeer over het werk op zich maar meer over zaken die er omheen speelden, zoals bepaalde gevoeligheden op de werkvloer. We hebben er als duo altijd voor gezorgd dat er tussen ons geen ruis was. Je doet het met zijn tweeën en het allerbelangrijkste is dat je elkaar voor 100 procent vertrouwt en dat je elkaar dingen gunt. Als je dat doet, is er geen speld tussen te krijgen.”

Overstap naar de zorg
Yvonne: “In 2016 heb ik eerst een sabbatical jaar genomen. Daarna heb ik 2 jaar bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) gewerkt. Dat was een hectische maar tegelijkertijd ook geweldige periode waarin ik ontzettend veel geleerd en gezien heb. Het was geen vaste baan, dus toen er minder vluchtelingen kwamen, ben ik daar weggegaan. Daarna wilde ik niet meer terug naar een commerciële omgeving. Ik begon bij Vilente op een woonzorgcentrum in Ede. We gingen met 130 bewoners verhuizen en het was snoeihard werken om er voor te zorgen dat al die bewoners op een mooie plek terecht kwamen. Daarna werd ik gevraagd om met de manager mee te gaan naar de locaties in Oosterbeek. Daar ben ik nog steeds werkzaam. Ik werk voor een manager die een behoorlijk complexe agenda heeft en het kost me echt veel tijd om dat goed te blijven beheren. Het fijne is dat ik uiteindelijk haar agenda bepaal. Ze zegt tegen iedereen die een afspraak wil maken: ’daarvoor moet je bij Yvonne zijn, want ik mag me daar niet mee bemoeien’. Ze geeft me veel vrijheid en dan functioneer ik ook het best. In overleg met haar schrijf ik brieven, regel praktische zaken en doe wat ik eigenlijk het liefste doe: ontzorgen. Daarnaast zit ik bij veel vergaderingen. Dat is het grootste deel van mijn werk. Ik houd daarvan want zo hoor ik wat er speelt en kan daardoor verbanden leggen en daarop anticiperen. Ook het uitwerken van de notulen vind ik leuk.”

Begonnen in coronatijd
Daniëlla stapte midden in coronatijd over naar Blinkers Thuiszorg. “Nationale Nederlanden ging verhuizen van Ede naar Arnhem. Daardoor kreeg ik de mogelijkheid de keuze te maken te stoppen bij NN. Ik volgde het voorbeeld van Yvonne, nam eerst een tijdje vrij en besloot daarna de kant van de zorg op te gaan want de zakelijke omgeving had ik nu wel gezien. Via LinkedIn werd ik benaderd door PrivaZorg. De thuiszorgorganisatie zou een nieuw innovatief zorgplatvorm en een nieuwe uitstraling krijgen en per 1 juli 2021 de naam veranderen in Blinkers. Dat alles sprak me aan. Ik werk in eerste instantie voor de directeur van Blinkers en daarnaast voor de manager Services die onder andere HR en ICT onder zich heeft. Ik doe het agendabeheer en notuleer bij vergaderingen. Daarnaast word ik betrokken bij allerlei projecten, zoals de overgang naar de nieuwe naam Blinkers en alles wat daar op het gebied van communicatie en ontwerpen bij komt kijken. Ook doen we er veel aan om de nieuwe naam op social media op de kaart te krijgen en zijn we bezig met het opzetten van een social intranet. Naast het reguliere secretaressewerk komen al die nieuwe ontwikkelingen erbij. Dat maakt dit werk zo leuk. Ik word overal bij betrokken en voel me echt een spin in het web.”

Verschil met bedrijfsleven
Verschil met het bedrijfsleven merken beide dames wel. Yvonne: “De manager voor wie ik werk deelt ook zaken met mij. Ik houd ervan met elkaar te sparren. Ik zeg niet dat ik de wijsheid in pacht heb, maar door mijn ervaring kijk ik toch vanuit een zakelijke invalshoek naar de omgeving waarin ik nu werk. Ik moest in het begin met name mijn snelheid van werken aanpassen. Ik heb aan hardlopen gedaan. Dan begin je langzaam en bouw je het op. Toen ik hier begon gold meer het omgekeerde. Het was alsof ik een stap terug in de tijd had gedaan. Zowel bij Nationale Nederlanden als bij het COA waren ze op ICT gebied al heel ver. Ik moest mezelf echt toespreken: ho Yvonne, zo snel als jij wil, gaat het nu eenmaal niet in de zorg. Ik vond dat een groot verschil met mijn vorige werk, al moet ik wel zeggen dat hier, mede door corona, een enorme doorstart is gemaakt als het gaat om ICT-achtige zaken. Voor mij was het overigens een mooi leerproces. Ik leerde zien dat het ook anders kan. Dat het niet in mijn tempo gaat, wil niet zeggen dat het minder effectief is. Overall kan je zeggen dat het tempo in de zorg wat lager ligt dan in de zakelijke wereld, maar dat er wel meer tijd voor elkaar is. Ook de absolute vriendelijkheid in de zorg valt me op. Ik wil niet zeggen dat het in mijn vorige baan niet zo was, maar door de snelheid was het anders.”

Ander tempo
Daniëlla herkent veel in wat haar vriendin zegt. ‘Bij een groot bedrijf als Nationale Nederlanden was alles geregeld. Ik hoefde maar te bellen en het gebeurde. In die zin zat er geen uitdaging meer in het werk. Daarom wilde ik ook eens kijken naar die andere kant van de maatschappij, de zorg dus. Als ik een verschil kan duiden ten opzichte van de zakelijke wereld dan is het dat het in de zorg anders georganiseerd is. Mijn directeur wilde daarom op deze plek juist iemand die niet uit de zorg kwam en met een zakelijke blik naar de snelheid en de pragmatische invulling kon kijken. Ik ben dus mede aangetrokken om in de organisatie wat meer structuur aan te brengen.
En ja, ook ik moest er in het begin aan wennen dat het tempo hier lager ligt. De snelheid mag dan anders zijn, maar als ik hoor met hoeveel bevlogenheid en betrokkenheid de verpleegkundigen van de zorglocatie naast ons over de cliënten praten, vind ik dat alleen maar fantastisch. Werken in de zorg is gewoon een andere tak van sport dan werken in de zakelijke wereld. Als je in de zorg werkt, en dan heb ik het over mensen die aan het bed staan, kies je bewust voor die manier van werken. Ik kan er alleen maar bewondering voor hebben. Ik ben heel pragmatisch. Ik ben goed in wat ik doe, maar hoor niet aan het bed. Dat is een ander type mens.”