Gea Blom 200x300

De werkdag van Gea Blom

Gea Blom nieuwsbrief1“Ik zie altijd wel de humor van iets in en ben erg in voor een geintje tussendoor.”

In ‘De werkdag van …’ vertelt een medisch secretaresse of een secretaresse in de zorg over zijn of haar werkdag. Dit keer kijken we mee over de schouder van Gea Blom. Gea werkt 36 uur per week in Aalsmeer op de afdeling zorgbemiddeling van Ons Tweede Huis, een organisatie voor mensen met een verstandelijke beperking, een lichamelijke beperking, Autisme of niet-aangeboren hersenletsel.

Tekst Ellen Smink

Secretaressecongres - Gea Blom - nieuwsbrief

De werkplek
Gea: “Ons Tweede Thuis heeft vestigingen in de regio’s Amstelland, Meerlanden en de Haarlemmermeer. Het hoofdkantoor zit in Aalsmeer. Ik werk op de afdeling zorgbemiddeling en samen met het Adviespunt zitten we in een gebouw een paar straten verderop ook in Aalsmeer. Het secretariaat doe ik samen met mijn collega Sandra die drie dagen per week werkt. Ik begin ’s ochtends om 8.00 uur. We hebben acht zorgbemiddelaars van wie er vijf bij ons op kantoor werken en drie veelal op locaties in Amsterdam en Aalsmeer.”

Een willekeurige werkdag
Gea: “Het eerste wat ik doe als ik binnenkom is het koffieapparaat aanzetten en de melk voor de cappuccino aanvullen. Dan neem ik een bakje koffie en ga naar mijn werkplek. Daar zet ik mijn telefoon aan en de computer, al zijn er maar weinig mensen die zo vroeg al bellen. Dan open ik mijn mail om te kijken of er urgente vragen zijn. Vaak loopt mijn mailbox over van nieuwe mails. Naast het beantwoorden van de vragen die binnenkomen, houd ik me bezig met het aanleveren van bijvoorbeeld de rekenmodules voor het zorgkantoor. Alles wat een cliënt afneemt, moet in een Excel-bestand worden doorgevoerd, een vrij secuur werk. Eenmaal per maand notuleer ik bij teamoverleggen. Ook vraag ik herindicaties aan. Cliënten die bij ons op een woonvoorziening wonen, hebben 24 uur zorg nodig. Dat wordt bekostigd vanuit de WLZ. Als de voorziening daarom vraagt, vraag ik een herindicatie aan op basis van de documenten die ze aanleveren.” Daarnaast zijn Sandra en ik een vraagbaak voor alle collega’s op de voorzieningen. We krijgen daarom veel telefoon op een dag binnen.

Verwerken zorgaanvragen
Een belangrijk onderdeel van het werk van Gea en haar collega is het aanhoren en verwerken van nieuwe zorgaanvragen. Gea: “De zorgvragen komen in eerste instantie bij ons binnen via mail of telefoon. Nieuwe cliënten bellen meestal niet zelf. Dat doet een familielid of iemand anders uit zijn of haar omgeving. De zorgvragen variëren van verzoeken om ambulante begeleiding, een woonplek of dagbesteding. We hebben helaas geen open plekken meer, dus meestal worden cliënten op een wachtlijst geplaatst. De wachtlijsten zijn lang. Als er een open plek is, proberen we deze zo snel mogelijk te vullen. Wij maken een belafspraak in de agenda van de zorgbemiddelaar en schrijven daar wat aantekeningen bij zodat de zorgbemiddelaar weet waar het over gaat. Het is uiteindelijk aan de zorgbemiddelaar om de zorginhoudelijke vragen te stellen. Dat hoeven wij niet te doen. Soms vraag ik wel of iemand een indicatie of beschikking heeft. Dat is de financiering die wij nodig hebben wanneer de client bij Ons Tweede Thuis gaat starten. Ook met vragen over financiering voor het persoonsgebonden budget kan men bij ons terecht.
Ik werk hier al zo lang dat ik best veel weet. Soms denk ik mee voor een oplossing, maar het is uiteindelijk de zorgbemiddelaar die, eventueel samen met het begeleidingsteam, beslist of een cliënt geplaatst kan worden.”

Veel veranderd
Gea: “Ik begon 24 jaar geleden als bureausecretaresse van de directeur. Mijn werk kwam er op neer dat ik o.a. brieven uittikte die hij op papier had gezet. Ik beschikte niet over Internet, alleen mijn toenmalige leidinggevende. Daarna heb ik nog enige tijd op de cliëntenadministratie gewerkt en sinds 15 jaar werk ik dus op deze afdeling. En ja, ik heb veel zien veranderen. Vroeger noteerde ik de aanwezigheid van cliënten die dagbesteding krijgen met de hand op een verzamelpresentielijst en stuurde dit naar het zorgkantoor per post. Nu gaat alles digitaal. In het verleden gingen de zorgbemiddelaars op huisbezoek om bijvoorbeeld met de ouders en het kind kennis te maken en ter plekke te kijken wat de problematiek was. Nu doen ze dat niet meer. Daar hebben ze gewoon geen tijd voor. Alles gaat via telefoon of mail. Zij zien de cliënt nauwelijks meer. Dat is echt een heel groot verschil. In dat opzicht is zorgbemiddelaar meer een administratieve functie geworden dan dat het vroeger was.”

Nieuw systeem en wachtlijsten
Gea: “Toen ik begon, hadden we nog geen elektronisch cliëntendossier. Ik heb dat echt zien groeien. Nu krijgen we per 1 januari 2023 een nieuw systeem. En nee, daar zie ik niet tegenop. Ik zie het zelfs als een leuke nieuwe uitdaging. Ik houd wel van dat soort veranderingen. Ik ben niet een persoon die uitgebreid handleidingen gaat lezen. Vertel me wat ik moet doen en ik doe het. We hebben in de voorbereiding natuurlijk al voldoende sessies gehad, dus ik heb het idee dat ik het systeem al een beetje ken.
Een andere verandering is dat Ons Tweede Thuis in het verleden een groeiende organisatie was. We konden altijd uitbreiden en nieuwe woningen bouwen. We hadden dus altijd plek en er was nooit een wachtlijst. Dat is nu wel anders. We hebben ongeveer 1099 woonplekken. Daarnaast hebben we de ambulante begeleiding en dagbesteding. Maar ook bij de dagbesteding zijn er inmiddels wachtlijsten. Als er bij dagbesteding bijvoorbeeld plaats is op een groep voor zes cliënten, kan je er geen zevende bij zetten, want dan wordt de groep te vol.”

“Elke dag is weer anders. Daarom is het nooit saai en blijft het leuk”

Afwisselende baan
Gea: “Er is in die 24 jaar dat ik hier werk geen dag geweest dat ik met tegenzin naar mijn werk ben gegaan. Het leuke van mijn werk vind ik vooral de diversiteit. Elke dag is weer anders. Daarom is het nooit saai en blijft het leuk. Ik heb ontzettend leuke collega’s, allemaal vrouwen. Ook als er een nieuwe collega bij komt, past die altijd weer in ons team. Ik ben een positieve vrouw. Als ik iets negatiefs heb, probeer ik het om te zetten naar iets positiefs. Ik zie altijd wel de humor van iets in. Ik ben ook erg in voor een geintje tussendoor. Ik zit niet voor niets ook in de feestcommissie.”