In ‘De werkdag van …’ vertelt een secretaresse over zijn of haar werkdag. Dit keer kijken we over de schouders van Jolanda Ossége. Jolanda is afdelingssecretaresse van de afdeling Psychiatrie van Tergooi Medisch Centrum. Daarnaast doet zij het secretariaat van de Vakgroep Psychiatrie en is ze secretaresse van Wvggz (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg) Psychiatrie van het ziekenhuis. Lees haar verslag van een willekeurige werkdag.
Tekst Ellen Smink
Wie is Jolanda Ossége
Jolanda Ossége, moeder van een nog thuiswonende, volwassen zoon, is geboren en getogen in Hilversum. Haar hobby’s zijn muziek maken, lezen, wandelen en borduren, al komt dat laatste er tegenwoordig nog maar weinig van. Ze werkt al 21 jaar als secretaresse op de afdeling Psychiatrie van Tergooi MC. “Voordat ik hier begon was ik secretaresse in het bedrijfsleven. Toen er bij het bedrijf mensen uit moesten, kreeg ik ontslag. Net op dat moment zag ik de vacature voor secretaresse op deze afdeling. De overgang vanuit de harde wereld van het bedrijfsleven, waar alles snel moest en geen discussie mogelijk was, naar het ziekenhuis voelde voor mij als een warm bad. En dat is nog steeds zo. Mijn werk is heel afwisselend. Het is ook fijn te zien dat mensen met psychiatrische problematiek goed geholpen kunnen worden, beter worden of een manier vinden hier beter/goed mee om te kunnen gaan, al dan niet met behulp van de juiste medicatie.”
Een willekeurige werkdag
Jolanda: “We werken op de afdeling met drie secretaresses. Drie dagen per week zitten we hier met twee secretaresses en de twee andere dagen zit ik alleen. Ik werk vier dagen van negen uur en ben op maandag vrij. Ik begin ’s ochtends tussen 7.00 en 7.30 uur. Het eerste wat ik doe, is de computer opstarten. Daarna loop ik naar het verpleegkundig kantoor. Daar kijk ik in de ‘bijzonderhedenklapper’ of er nog bijzonderheden zijn. Dat kunnen algemene zaken zijn, maar ook informatie over iets wat tijdens iemands dienst is gebeurd. Als ik alles gelezen heb, pak ik mijn pieper en de afstandsbediening waarmee we de deur van de afdeling kunnen bedienen. De pieper dragen we bij ons voor als er een situatie is waarbij wij ons niet veilig voelen, of voor als we zien dat er in de zorgkamers tegenover ons of ergens anders op de afdeling iets gebeurt. Via de pieper kunnen we dan hulptroepen inroepen in de vorm van verpleegkundigen, artsen en beveiliging. Andersom kan de pieper ook bij ons afgaan als een ander hulp nodig heeft en we moeten bijspringen.”
Midden op de afdeling
“Ondertussen is mijn computer opgestart. Ik open het systeem waar alle patiëntgegevens in staan en neem mijn mails en de overdrachten met informatie over patiënten door. Straks, om 9.00 uur, zit ik bij de overdracht met artsen, verpleegkundigen en therapeuten om alle patiënten door te nemen. Ons werk bestaat voor een groot deel uit het verwerken van opnamen en ontslagen van patiënten en het verwerken van de correspondentie die de artsen klaar zetten. Ook vragen we voor de artsen onderzoeken aan en beheren wij de agenda’s. We zijn een soort spin in het web voor verpleegkundigen, artsen en arts-assistenten. En patiënten! We werken niet op een apart kantoor maar achter een balie midden op de afdeling. Daardoor is ons werk heel afwisselend. Want het betekent ook dat de patiënten, of ze nu erg in de war zijn of niet, om ons heen scharrelen en soms bij de balie staan voor een praatje. We zitten vlak naast de medicijnkamer waar de medicijnuitgifte is. Daar komen patiënten ’s ochtends naartoe om hun medicijnen op te halen. Het betekent dat je onder je werk veel gesprekken hebt met patiënten. Dat is leuk, maar als je je moet concentreren moet je je er wel voor kunnen afsluiten. We houden vanaf onze werkplek ook de deur van de afdeling in de gaten. Met de afstandsbediening doen we de deur open en dicht. Alleen het personeel van de afdeling heeft daar de code van.”
Controlefunctie
“Tegenover onze balie hebben we een aantal ‘zorgkamers’ waar complexere patiënten liggen, die soms ook somatisch veel zorg nodig hebben. Omdat we zowel midden op de afdeling als tegenover die kamers zitten, hebben we een soort controlefunctie. We zien en horen vaak meer dan de verpleegkundigen. Wij notuleren bij de patiëntenbesprekingen en soms kunnen we aanvullingen geven van dingen die niet bekend zijn. Dat komt, denk ik, ook omdat wij in onze gewone kleren achter de balie zitten waardoor patiënten ons soms dingen vertellen die ze niet aan de verpleegkundigen vertellen. Vroeger liepen verpleegkundigen ook in gewone kleding omdat dit het voor patiënten laagdrempeliger maakte contact te zoeken, gesprekken aan te gaan en hulp te vragen. Omdat somatiek en hygiëne steeds meer een rol gaat spelen, is er voor gekozen dat verpleegkundigen nu een uniform dragen. Er gebeurt hier van alles, ook dingen die minder leuk zijn. Gelukkig hebben we op de afdeling heel goede begeleiding. We zitten niet op eilandjes, maar zijn een homogene groep. Dat blijkt wel uit het weinige verloop, zowel bij de verpleegkundigen als secretaresses.”
Samenstelling patiënten
“Op onze afdeling is geen dagbehandeling. Die is bij de poli beneden. Bij ons worden mensen voor meer dagen opgenomen. Op dit moment hebben we 11 patiënten. Dat kan oplopen tot 18. We zitten nu nog in een oud gebouw en hebben hier vier-, twee- en eenpersoonskamers. Straks gaan we naar een nieuw ziekenhuis waarbij iedereen een eenpersoonskamer krijgt met eigen toilet en douche.
De samenstelling van de groep patiënten verandert iedere keer en ook de leeftijdscategorie wijzigt constant. Daarop is geen peil te trekken. Nu hebben we veel ouderen met klachten waarbij uitgezocht moet worden waaraan die liggen, maar dat kan zo weer veranderen.
Soms hebben we patiënten voor wie nog geen plek is bij een andere instelling. Ook krijgen we hier mensen met een alcoholprobleem die bij ons komen voor een detox, voordat ze ergens anders in behandeling gaan. Uiteraard hebben we ook patiënten met andere problematiek, of mensen die via de spoedeisende hulp bij ons terecht komen. En wij verzorgen patiënten die zo een ingewikkelde casuïstiek hebben dat zij niet direct doorgeplaatst kunnen worden. We proberen dan wel een plaatsing te vinden, want we zijn tenslotte een PAAZ (Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis). Dat betekent dat patiënten hier niet, zoals bij een GGZ-instelling, helemaal in behandeling komen. Ze komen een aantal weken ter diagnostiek en/of behandeling, om te kijken waarom ze in de war of depressief zijn, maar ze blijven hier niet in behandeling. Wel is het mogelijk dat patiënten na ontslag gezien blijven worden op de polikliniek of daar een deeltijdbehandeling krijgen.”
Nevenfuncties
“Naast afdelingssecretaresse ben ik secretaresse van de Vakgroep Psychiatrie. Daarvoor houd ik de agenda’s bij van alle artsen en de medisch manager en maak ik de dienstroosters en vakantieplanningen. Als secretaresse van de Wvggz ga ik regelmatig met de geneesheer-directeur mee naar bijeenkomsten, wat zorgt voor een verbreding van mijn vakkennis. Die aanvullingen in mijn werk vind ik leuk. Het is ook prima te doen met het werk op de afdeling, waarbij je pieken en dalen hebt. Als we ‘vol’ liggen, is het voor ons rustiger omdat er dan weinig verloop is. Heb je meer verloop dan is het ook drukker op het secretariaat.”
Corona
“Vorig jaar is onze afdeling door corona een tijdje in lockdown geweest. De besmettingen grepen ineens zo snel om zich heen en er waren zoveel verpleegkundigen ziek, dat we patiënten waarbij dat kon naar huis moesten sturen en de bewegingen op de afdeling zoveel mogelijk moesten beperken. Corona is toch een nieuwe manier werken. De patiënten hoeven op de afdeling geen mondkapje te dragen maar wij zitten de hele dag achter de balie met een mondkapje op. Ja, dat is echt afschuwelijk. Je krijgt er hoofdpijn van. Maar ja, het is wat het is dus we leggen ons er maar bij neer.”