“Hulp geven gaat niet zonder hulp vragen of aanvaarden.”

Interview met psycholoog en carrièrecoach Roos Woltering
Als de ander altijd voor gaat …

Heb jij ook zo’n moeite om jezelf voor te laten gaan en je grenzen aan te geven en te bewaken? Volgens psycholoog en carrièrecoach, Roos Woltering heeft de eerste plek voor jezelf reserveren niets met egoïsme te maken, maar juist met zelfrespect. Sterker nog, juist door je grenzen aan te geven en te bewaken kan je, zo zegt Roos, de ander én de organisatie op een gezonde en effectieve manier dienen. Omdat ‘ja’ zeggen tegen een ander, vaak ‘nee’ tegen jezelf betekent. Hoogste tijd voor een goed gesprek.

Tekst Ellen Smink

Roos Woltering is zowel psycholoog als carrièrecoach. Veel van haar cliënten kloppen voor het eerst bij haar aan als ze op hun werk vastlopen. “Mensen die op hun werk tegen dingen aanlopen, kiezen meestal niet voor een sessie bij een psycholoog als ze van hun werkgever ergens naar toe mogen. Ze zoeken het in eerste instantie toch vaak in een coach. Ik vind het wel belangrijk om te werken op de manier waarop psychologen werken. Ik zeg ook altijd tegen de opdrachtgever: het is de bedoeling dat je een gelukkiger medewerker krijgt, maar ik werk met datgene wat nodig is. Als we eerst terug moeten kijken, omdat de oorsprong van patronen vaak al heel jong ontstaat, dan doen we dat, al houd ik daarbij wel altijd een blik op de toekomst; hoe helpt dit uiteindelijk straks op de werkvloer?”

Gave en monster
Je eigen grenzen aangeven en bewaken. Het is juist het onvermogen hiertoe waardoor veel van haar cliënten vastlopen in hun werk. Roos: “Empathisch zijn en je kunnen inleven in anderen is aan de ene kant een gave en een eigenschap waar we heel blij mee mogen zijn. Aan de andere kant is het ook een monster, omdat we daarmee uit het oog verliezen dat we op de eerste plaats voor onszelf moeten zorgen. Als je gevoelig bent voor de waardering van anderen en het fijn vindt om die waardering te krijgen, kan je nog weleens de neiging hebben de noden van iemand anders boven die van jezelf te stellen. Dat geeft vaak ook een goed gevoel, want dat betekent dat we extra waardering krijgen en dat mensen ons nodig hebben. Maar uiteindelijk gaat dat altijd ten koste van iets wat je zelf nodig had, of iets waar je niet meer aan toe komt omdat je iemand anders op de eerste plek zet. Dat laat hoe dan ook sporen in je onderlaag achter. Je zult merken dat je steeds vaker teleurgesteld bent. Ook komen er stiekeme verwijten bij je op: ik zorg zo goed voor mijn omgeving, waarom doet iemand dat nu nooit eens voor mij? Je wordt moe en omdat je te weinig tijd neemt om op te laden raak je uitgeput en heb je ook geen energie meer om iets nieuws te bedenken. Omdat de dingen die voor jou belangrijk zijn altijd onderaan het lijstje terecht komen – en er dus ook regelmatig vanaf vallen – krijg je bovendien het gevoel dat je achter de feiten aanloopt en nooit toekomt aan dat wat nodig is.”

Wankel zelfvertrouwen
Het goede gevoel dat helpen geeft, kan er, zo legt Roos uit, ook toe leiden dat je er steeds meer afhankelijk van wordt. “Dan wordt het een vicieuze cirkel en raakt je zelfvertrouwen gebaseerd op het feit dat iemand anders je de waardering geeft. Dat is een wankel zelfvertrouwen. Dan kan je dus blijkbaar niet de erkenning en waardering voor wat je doet uit jezelf halen en heb je daarvoor altijd iemand anders nodig. Dat is gevaarlijk, want dat betekent dat je niet volledig autonoom kunt handelen.”
Het lijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Zeker voor secretaresses in de zorg bij wie anderen helpen in de genen zit. Roos: “Het gaat er absoluut niet om dat we moeten ophouden met zorgen voor of geven aan anderen. Maar er moet iets bij. Je kunt alleen op een gezonde manier voor anderen zorgen als er aan de andere kant ook zorg voor jezelf bestaat. Hulp geven gaat niet zonder hulp vragen of hulp aanvaarden. Als je maar één kant van de medaille hebt ontwikkeld en maar één kant van de medaille toelaat, is er een disbalans. Die disbalans zorgt voor ongemak en voor kramp. Veel mensen houden dit heel lang vol, tot dat er een keer een moment komt dat het ze boven het hoofd groeit. Dan realiseren ze zich dat ze maar één route kennen, namelijk de route van geven, doorzetten en anderen te hulp schieten. Als je nooit geleerd hebt dat het ook eens andersom kan, heb je geen enkele tool in handen om voor jezelf te zorgen en te zeggen: nu heb ik iets nodig. Je ziet dan dat mensen zich terugtrekken en zich isoleren of afsluiten omdat ze nooit geleerd hebben om te zeggen: nu wil ik graag dat jij voor mij klaar staat.

Oneigenlijk verantwoordelijkheidsgevoel
‘Echte gevers worden heus niet ontzettende egoïsten”, is de stellige overtuiging van Roos Woltering. “Dat is ook helemaal niet nodig. Maar het is wel handig als je kunt aangeven dat je zelf nu even iets nodig hebt. ‘Ja’ zeggen tegen de ander betekent ook vaak ‘nee’ tegen jezelf zeggen. Sommigen kunnen zich zo goed in de ander verplaatsen dat ze automatisch vanuit het perspectief van de ander gaan denken. Daarmee verlies je je eigen perspectief uit het oog: ik zeg nu wel ja tegen die collega, maar wat betekent deze keuze eigenlijk voor mij? Je bent misschien bang de ander teleur te stellen, of je wilt voorkomen dat men denkt dat je je werk niet goed doen. Het kan ook zijn dat we een overmatig en oneigenlijk verantwoordelijkheidsgevoel hebben. We voelen ons verantwoordelijk voor dingen die helemaal niet aan ons zijn en zijn ervan overtuigd dat als we nu niet te hulp schieten de hele boel in elkaar stort. Dat laatste is vaak niet het geval. Soms gebeurt het wel. Misschien is het dan wel heel wenselijk dat de boel in elkaar stort, omdat jij anders altijd degene bent die de oplossing is. En zolang jij de oplossing bent, komt er geen ander oplossing en blijf jij dus de rest van je leven alles oplossen. Dat is vaak een behoorlijke uitputtingsslag.”

De ommekeer
Hoe kunnen we verandering in die uitputtingsslag brengen? Roos: “Als je wilt blijven geven, moet je ook leren ontvangen, want anders is er op een gegeven moment niets meer te geven. Daag jezelf eens uit om elke week iets te vragen. Dat hoeft echt niet meteen heel groot te zijn. Zeg gewoon ja als iemand aanbiedt iets voor je te doen. Zeg ja als iemand op een verjaardag aanbiedt te helpen de drankjes te serveren in plaats van: ik regel het zelf wel. Het begint vaak met kleine dingen: schat, wil jij vandaag de kinderen ophalen? Of: wil jij dit weekend zorgen dat de boodschappen in huis zijn? Het zijn triviale zaken waarmee je kunt starten om de verandering in gang te zetten. En, het is heel oké om je eigen kwetsbaarheid daarbij te laten zien. Niemands draagkracht is oneindig, ook die van jou niet.”

Workshop:
Als zij maar gelukkig zijn… De balans tussen IK en de ander vinden.
Tijdens het Afdelings- en Medisch Secretaressecongres van 21 november geeft Roos Woltering drie workshops over dit thema. In de workshops laat ze je o.a. zien
– hoe behulpzaamheid niet doorslaat naar zelfopoffering;
– hoe je op een respectvolle wijze je grens kunt aangeven;
– hoe ‘’ja’ zeggen tegen een ander, vaak ‘nee’ zeggen tegen jezelf betekent.