Zelden kregen we zoveel reacties op een interview als op het interview met spreker, schrijver en psycholoog Aukje Nauta, dat verscheen in onze nieuwsbrief van december 2021. Tijdens het Secretaressecongres van november verzorgt Aukje wederom een lezing gebaseerd op haar bestseller ‘Nooit meer doen alsof’. Daarin legt ze uit hoe een gevoel van schaamte je kan blokkeren en dat je er zelfs ziek van kan worden. Daar staat tegenover dat je schaamte volgens haar ook kan omzetten in een heuse krachtbron. Wat ze daarmee bedoelt, vertelt ze in dit tweede interview.
Tekst Ellen Smink
Je bent expert op het gebied van sociale innovatie en duurzame inzetbaarheid, ofwel: het vermogen van mensen om werk te krijgen en te houden. Wat heeft dat te maken met jouw onderzoek naar schaamte?
“Bij een duurzaam werkklimaat is het belangrijk dat mensen met hun baas en ook onderling goede gesprekken durven voeren. In de praktijk is echt contact op de werkvloer lastig. Toen ik me daarin ging verdiepen bleek dat het vaak schaamte is die in de weg zit. Ook merkte ik dat bij bedrijven waar veel schaamte is gebrek aan innovatie heerst. Te veel schaamte doet organisaties verstarren. En medewerkers kunnen er ziek van worden. Onlangs werd ik gebeld door een journalist die onderzoek doet naar een bepaald bedrijf met een directieve baas die zijn medewerkers als stront behandelt. Niemand durft er wat van te zeggen. In dat bedrijf heerst dus een angstcultuur, maar het is ook een schaamtecultuur. De cultuur is dat je prestatie moet leveren en daar hoort bij dat je af en toe verschrikkelijk wordt uitgescholden. Als je er niet tegen kan, ga je maar weg. Omdat je er wil blijven werken, doe je net alsof dat normaal is, maar ondertussen schaam je je misschien voor je gevoelens en vind je jezelf te zwak. De cultuur die zo gecreëerd wordt, is psychologisch onveilig. Daar kunnen mensen letterlijk ziek van worden.”
Zitten schaamte- en angstcultuur dicht bij elkaar?
“Je kunt schaamte zien als onderdeel van angst. Dat is vooral sociale angst, de angst dat je uit de groep wordt gestoten. Het is voor mensen van levensbelang om bij de groep te horen. Evolutionair is het zo dat we elkaar nodig hebben om te overleven. In je eentje ben je hulpeloos. Daarom hebben we aanvankelijk de emotie schaamte meegekregen om ervoor te zorgen dat we netjes in de pas lopen op basis van de normen en waarden die de groep ons oplegt. Maar soms zit de hele groep fout, bijvoorbeeld onder invloed van een baas die z’n mensen afblaft, waardoor het normaal is geworden dat iederéén elkaar afblaft. Als je je dan schaamt, bijvoorbeeld omdat je zelf niet durft mee te blaffen, kan je twee dingen denken: ben ik zelf niet okay? Of; is de groepsnorm niet okay? In dit voorbeeld is de groepsnorm niet okay.”
Je moet wel sterk in je schoenen staan om daar in je eentje tegenop te boksen
“Dat is ook zo en als je je schaamt sta je juist vaak niet zo stevig in je schoenen. Daarom is het goed dat je inzicht in je eigen functioneren krijgt. Je bent nooit alleen maar zwak. Je bent zwak in een bepaald opzicht en sterk in een ander opzicht. Schaamte en trots zijn niet elkaar tegengestelde maar kunnen naast elkaar bestaan. Vraag je dus af waarvoor je je schaamt en waar je trots op bent. Als je ontdekt dat je trots bent om als secretaresse in een bepaalde zorginstelling te werken maar je schaamt voor hoe er met mensen wordt omgegaan, kan je checken of anderen dat ook hebben. Doe het stapje voor stapje en deel eerst je gevoelens met de collega’s die je het meest vertrouwt. Door eerst met hen je schaamtegevoelens te delen en erachter te komen dat je niet wordt afgewezen, durf je steeds meer. Zo laat je de groep die er net zo over denkt als jij als een olievlek uitbreiden en sluit je een informele coalitie. Vanuit die kracht kun je met de directie in gesprek gaan en een dialoog opstarten die uiteindelijk kan leiden tot een cultuurverandering waardoor mensen zich wel veilig gaan voelen.”
Je stelt in je boek ook dat het omarmen van schaamte bevrijdend werkt en zelfs een krachtbron kan worden. Hoe dan?
“Ik geef een voorbeeld van mezelf. Ik werd door een krant geïnterviewd en daar hoorde een fotoshoot bij. Ik droeg een lange jurk met daaroverheen een halflange jas. Die jas had ik aangehouden toen de foto werd gemaakt. Daardoor leek ik net een gereformeerd meisje uit de biblebelt. Ik schaamde me voor die foto. Mijn eerste gedachte was dat ik het artikel aan niemand zou laten zien. In tweede instantie dacht ik: het is een stomme foto, maar ik kan er ook een grap mee uithalen. Ik heb die foto toen met een lege tekstballon op LinkedIn geplaatst en er bijgezet: wat dacht ik toen ik deze kleren aantrok? Ik maakte mezelf dus extra belachelijk door die foto juist wel te posten. Dat bericht is ontzettend vaak geliket. Achteraf gezien was het dus een goede zelfpromotie. Zo kan je soms je blunder uitvergroten door er een grapje van te maken. Dan laat je zien dat je jezelf niet al te serieus neemt en dat je verbetering belooft. Dat kan je ook doen als je op je werk een fout maakt. In plaats van het verborgen te houden en te hopen dat niemand het ziet, kan je het ook hardop tegen je baas uitspreken: ik heb me hier toch een blunder gemaakt en het zal niet meer gebeuren. Of je bespreekt je fout als een soort intervisie met een groepje secretaresses om van elkaar te leren en te kijken hoe je dit in de toekomst kan voorkomen. Zo kan je je schaamte gebruiken om er uiteindelijk van te leren en te groeien.”
Secretaresses in de zorg krijgen nogal wat over zich heen van patiënten die uit machteloosheid niet altijd even goed reageren. Soms reageer je daarop feller dan je zou willen. Met als gevolg dat je je schaamt.
“Dan schaam je je over je gedrag. Op het moment dat het gebeurt, druk je dat gevoel weg. Als de schaamte later op de dag terugkomt, probeer dan de reflex van wegdrukken te weerstaan, leun even achterover en vraag je af: wat is hier nu eigenlijk aan hand, waarom was ik zo kortaf; ik vind het niet aardig van mezelf want ik wil een aardige secretaresse zijn. Dan blijkt dus dat er een kloof is tussen wie je bent en wie je graag wil zijn. Vervolgens kan je voor jezelf opschrijven wat je had kunnen doen en wat je nog kan corrigeren. Als je een mailadres van die cliënt hebt, kan je een mailtje sturen waarin je je verontschuldigt voor je gedrag. Dat voelt goed voor jezelf en voor de ander. Je kunt je ook voornemen om de volgende dag heel ander gedrag te vertonen en te kijken wat dat je oplevert: word je er moe of blij van en werkt het goed? Ga bij jezelf na wat je belangrijk vindt. Waar wil je beter in worden en waar hoef je van jezelf helemaal niet beter in te worden? Achter schaamte schuilt vaak een verlangen om iemand te zijn of juist niet te hoeven zijn. Maar wat er vooral achter zit, is een verlangen naar liefdevolle verbinding. Als je te veel schaamte ervaart ben je schaamtevol. Ervaar je te weinig dan ben je schaamteloos. Dan ga je van je afbijten en word je onaardig en lomp. De kunst is dus: wees schaamtevrij. Daar bedoel ik mee dat je je schaamte vrij laat en dat hij er mag zijn. Dus: ik ervaar schaamte maar ik kan ook trots op mezelf zijn want ik ben een lieve, competente vrouw en ik mag er zijn. Als dat je basisgevoel is, kan je ook makkelijker met die schaamte dealen.”