Wat je woorden echt zeggen

16-02-2017 – Interview met Anke van Luyt, psycholoog en trainer. “Als je merkt dat mensen niet naar je luisteren of je advies naast zich neer leggen, let dan eens op je woordkeuze.”

Door Ellen Smink

“We proberen er alles aan te doen om…” . Het klinkt zo vriendelijk, denken we. We laten zien dat we ons best doen, vinden we… Psychologe en trainer Anke van Luyt prikt die zeepbel meteen door. “Het woord ‘proberen’ geeft onbewust het signaal af dat het ook mag mislukken. Als je in je denken en uitspraken het woord proberen systematisch vervangt door ‘doen’  dan stelt je onderbewustzijn en bewustzijn zich in op slagen!  Je doelgerichtheid neemt met 100 procent toe. En, evenzo belangrijk: je hebt aanzienlijk minder ruis in je communicatie met anderen.”
Tijdens de workshop ‘Contact maken door de juiste woordkeuze’ op het Afdelings- en Medisch Secretaressecongres 2017 laat Anke zien wat ‘ondermijnend taalgebruik’ doet. Voor onze nieuwsbrief geeft ze alvast een voorproefje van hoe je met de juiste woorden je doel wel bereikt.

Jij bent okay
De theorie die Anke gebruikt, komt uit de OK-kwadranten van de Transactionele Analyse: Ik ben ok, jij bent ok (ik +, jij +), ik ben niet ok, jij bent ok (ik -, jij +), ik ben ok, jij bent niet ok (ik+, jij -), ik ben niet ok, jij bent niet ok (ik -, jij -). “Bij veel dienende beroepen, zoals in het ziekenhuis of bij het onderwijs, geldt vaak: ik ben niet ok, de ander is ok. Je bent meer gericht op de ander dan op jezelf en wilt graag dienend zijn, pleasen en het de ander naar de zin maken. Daar hoort ook het afzwakken van taal bij, het bagatelliseren en het gebruik van verkleinwoorden. Daardoor bereik je niet altijd het doel dat je met je woorden wilt bereiken”, aldus Anke.

Mannen- en vrouwentaal
Er blijkt ook een verschil tussen mannen- en vrouwentaal. “Mannen zijn veel directer. Vrouwen zijn met name gericht op verbondenheid en richten zich meer op de relatie. Ze willen zich niet onbescheiden opstellen en gebruiken woorden om de gelijkheid tussen hen en hun gesprekspartner te benadrukken.” Hoe verbonden wij vrouwen ons ook met de ander voelen, de boodschap die we willen overbrengen wordt er, zo zegt Anke, niet altijd even helder door. “Uit onderzoek blijkt dat vrouwen meer gebruikmaken van ‘onzeker taalgebruik’ dan mannen. Waar vrouwen het gesprek graag op een prettige manier gaande houden, zien mannen een gesprek meer als een gebeuren waarin het belangrijk is om hun mening naar voren te brengen. Dit verklaart ook waarom vrouwen vaker gebruik maken van verklein- en twijfelwoorden. Dat zorgt ervoor dat wat ze zeggen niet altijd het doel bereikt dat ze willen bereiken.”

Twijfelwoorden
De taal die wij dagelijks (veelal onbewust) gebruiken heeft onmiddellijk invloed op de relatie met de ander. “Je woordkeus is zeker van invloed hoe de response is met je cliënt. Als je merkt dat mensen niet naar je luisteren of je advies naast zich neer leggen, let dan eens op je woordkeuze. 95 procent van ons gedrag is onbewust. Onze woordenschat zit met name in het onbewuste deel. Twijfelwoorden zorgen er bijvoorbeeld voor dat je boodschap bij de ander aanzienlijk minder krachtig overkomt Stel dat je iemand een advies wil geven en je zegt: ‘als ik u was zou ik die en die therapie eens opzoeken op internet, want ik denk…’ In die ene zin zitten zoveel twijfels dat de ander zich niet geroepen voelt om in actie te komen. Sluit je na een gloedvolle presentatie af met: ‘dus misschien is het een goed idee om morgen meteen te beginnen met deze verandering’, dan komt dat veel minder overtuigend over dan dat je zegt: ‘dus ik stel voor dat we morgen meteen met de verandering beginnen’.”

Woorden die ontkrachten of triggeren
Soms zit het in slechts een enkele woordje, zegt Anke. Het woordje ‘waarom’ bijvoorbeeld. “In dat woord zit een trigger. Je moet dus heel nauwkeurig zijn in de manier waarop je het gebruikt. Stel dat ik nu zeg: Waarom heb je mij gebeld?  Dan voel jij je al snel aangevallen en antwoord je dat we een afspraak hadden om dit interview te doen. Maar eigenlijk voelt het voor jou als: jij okay, ik niet okay.” Woorden die ontkrachten wat we bedoelen, zijn er, volgens Anke, ook voldoende.  Voorbeelden daarvan zijn: misschien, wellicht, ik denk, ik heb het vermoeden….. Anke: “Al die woorden doen afbreuk aan hetgeen je zegt. Als je er zelf al niet van overtuigd bent, waarom zou die ander dat dan zijn?”

Opdracht aan het onderbewustzijn
Overigens kan je je onderbewustzijn ook door de juiste woorden aan het werk zetten. “Vervang ‘moeten’ maar eens door ‘willen’. Moeten geeft een van buiten opgelegde last aan. Als je moeten door willen vervangt, leg je de verantwoordelijkheid bij je zelf en komt er in je onderbewustzijn energie vrij.” Je kunt je onderbewustzijn met de juiste woorden ook op een andere manier aan het werk zetten.  Anke: “Laatst belde mijn man. Hij zei: ‘Ik ben al een hele tijd mijn sleutels aan het zoeken, heb jij ze toevallig in je tas?’ Ik had ze niet, maar vertelde hem ook dat hij de verkeerde woorden gebruikte. Als je zegt dat je je sleutels ‘aan het zoeken bent’, denkt je onderbewustzijn: o gezellig, we gaan samen zoeken: zoek, zoek, zoek.  Ik adviseerde hem om tegen zijn onderbewustzijn te zeggen: ik wil mijn sleutels vinden. Binnen twee minuten belde hij terug: hij had zijn sleutels gevonden.”